Gespreksvoering

Gesprekstechnieken op een rij voor het voeren van begeleidingsgesprekken
Vooraf

Wat is het doel van het gesprek/de beoogde opbrengst? Welke stijl pas daarbij? Welke vragen wil je stellen? Welke tijd, plaats, opstelling is geschikt? Welke hulpmiddelen wil je inzetten?

Structuur

Kop
op het gemak stellen, relatie leggen, doel bespreken

Romp
doelgericht gesprek, toepassing gesprekstechnieken

Staart
afronding, opbrengst, evaluatie op vorm en inhoud

Houding & stijl
  • Uitnodigend (belangstellend naar het verhaal)
  • Nieuwsgierig (naar de ‘vraag achter de vraag’)
  • Respectvol (open en uitgesteld oordeel)
  • ‘Naast’ (letterlijk en figuurlijk dezelfde kant op kijken)
  • Versterkend (benoemen wat goed gaat: ‘jij bent oké’)
  • Doelgericht en duidelijk (beoogd doel in het vizier)
Oplossingsgericht
  • Gericht op wat goed gaat, positieve uitzonderingen
  • Oplossingsgerichte vragen
  • Schaalvragen en Wondervragen
  • Normaliseren
Motiverend
  • Gevarieerde vragen: open, gesloten, verdiepend
  • Gevoelsreflecties
  • Reflectief luisteren – Samenvatten – Doorvragen
  • Herformuleren; richten op kracht en kansen
  • Enerzijds… anderzijds…
Verbindend
  • Feiten – Gevoelens – Noden – Suggesties
  • Wat is de onderliggende behoefte?
  • Wat is het gezamenlijk belang?
  • Circulaire vragen

Wees een OEN
(Open – Eerlijk – Nieuwsgierig)

Gebruik LSD
(Luisteren – Samenvatten – Doorvragen)

Laat OMA thuis
(Opvattingen – Meningen – Adviezen)

Maak je niet DIK
(Denk In Kwaliteiten)

Neem ANNA mee
(Altijd Navragen – Nooit Aannemen)

Smeer NIVEA
(Niet Invullen Voor Een Ander)